Menu Sluiten

Voorrang deeltijdse werknemers bij vacante betrekkingen: opgelet voor de responsabiliseringsbijdrage!

Een deeltijdse werknemer kan aan zijn werkgever schriftelijk vragen om bij voorrang een voltijdse betrekking of een deeltijdse betrekking met meer uren te kunnen krijgen. In dat geval moet u de werknemer schriftelijk verwittigen wanneer er een vacante dienstbetrekking in uw
onderneming is.

Om de maatregel kracht bij te zetten, werd er een responsabiliseringsbijdrage in het leven geroepen voor werkgevers die deze verplichting niet naleven. De bijdrage bedraagt € 25 per maand, maar zal alleen maar opgelegd worden voor deeltijdse werknemers die een inkomensgarantie uitkering ontvangen.

Werknemers die een inkomensgarantie uitkering ontvangen, hebben in principe een schriftelijke voorrangsaanvraag voor een betrekking met meer uren bij u ingediend aangezien dit één van de voorwaarden is om aanspraak te maken op de uitkering.

1. Het toepassingsgebied
De voorrangsregeling geldt niet voor:
• werknemers die niet onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de cao’s en de paritaire comités vallen;
• uitzendkrachten tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid;
• werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor dienstencheques;
• gelegenheidswerknemers.

Indien er een vacante betrekking vrijkomt, moet dit alleen maar gemeld worden aan deeltijdse werknemers in dezelfde functie
die de vereiste kwalificaties bezitten. Bovendien moet de melding alleen gebeuren voor vacante betrekkingen die tot gevolg hebben dat de arbeidsregeling van de deeltijdse werknemer verhoogd wordt gedurende een ononderbroken periode van minstens 1 maand of voor onbepaalde
tijd.

2. Het aanbod van vacante betrekking
De werkgever moet de mededeling van de vacante betrekking doen binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de betrekking vacant wordt. De werkgever mag deze mededeling doen door de overhandiging van een geschrift aan de werknemer met een ontvangstbewijs of door een aangetekende zending.

De mededeling moet minstens de volgende verplichte gegevens bevatten:
• een beknopte beschrijving van de functie;
• de duur van de overeenkomst;
• de arbeidsregeling en het werkrooster;
• de plaats van tewerkstelling;
• de termijn waarbinnen de deeltijdse werknemer moet reageren
(minimum 1 week en maximum 1 maand).

Een kopie van de mededeling van de vacante betrekking moet gedurende 7 jaar bewaard worden.

3. De responsabiliseringsbijdrage
Wanneer de werkgever de voorrangsregels en de verplichtingen ten aanzien van deeltijdse werknemers met een inkomensgarantieuitkering niet naleeft, kan de werkgever een responsabiliseringsbijdrage van € 25 per maand per deeltijdse werknemer opgelegd krijgen. De bijdrage is verschuldigd per volledig kwartaal en zal geïnd worden door de RSZ.

De responsabiliseringsbijdrage moet betaald worden vanaf het kwartaal volgend op de 4 kwartalen waarin ten minste één bijkomend uur beschikbaar was én geen enkele deeltijdse werknemer met een inkomensgarantie uitkering dat uur of de beschikbare uren bij voorrang toegekend kreeg. Er werd bepaald dat de responsabiliseringsbijdrage pas ten vroegste kan opgelegd worden vanaf 1 april 2020. Aangezien
men steeds 4 kwartalen teruggaat om na te gaan of de bijdrage verschuldigd is, is het op dit moment al van belang om de voorrangsregels te respecteren.

De responsabiliseringsbijdrage moet niet meer betaald worden:
• vanaf het kwartaal waarin de werkgever alle bijkomende uren toekent aan deeltijdse werknemers met een inkomensgarantie uitkering;
• vanaf het kwartaal waarin de werkgever de bijdrage betaalde voor 4 kwartalen en er geen enkel nieuw bijkomend uur beschikbaar was gedurende deze 4 kwartalen.

De responsabiliseringsbijdrage moet evenmin betaald worden wanneer de werkgever kan aantonen:
• dat hij geen mededeling van de vacante dienstbetrekking moest verrichten;
• dat de deeltijdse werknemer met een inkomensgarantie uitkering niet in aanmerking kwam voor de bijkomende uren omdat het niet ging om dezelfde functie of omdat de deeltijdse werknemer niet over de vereiste kwalificaties beschikte;
• dat de deeltijdse werknemer niet in aanmerking kwam omdat het ging om uren tijdens dezelfde tijdsblokken als waarin de werknemer reeds prestaties leverde bij de werkgever;
• dat het ging om bijkomend werk in een andere vestigingseenheid dan die waarin de betrokken deeltijdse werknemer werkt;
• dat de werkgever de beschikbare bijkomende uren wel heeft aangeboden, maar de werknemer niet is ingegaan op het aanbod.

Om te kunnen vaststellen welke werkgevers zich niet aan de voorrangsregels houden, zullen de RSZ en de RVA elk kwartaal elektronisch gegevens uitwisselen over de werkgevers die deeltijdse werknemers met een inkomensgarantie uitkering in dienst hebben. Op basis van deze gegevens zal de RSZ een lijst opstellen met werkgevers die mogelijk niet in orde zijn met deze maatregel. De inspectiedienst Toezicht op de Sociale Wetten kan op basis van deze lijst gerichte controles uitvoeren en eventuele inbreuken vaststellen.

nl_NLDutch